Contractuele clausules bepalen meestal dat de huurder de woning in perfecte staat van onderhoud moet ontvangen en teruggeven.
Volgens de wet is de huurder aansprakelijk voor de beschadiging of het verlies van de woning, tenzij hij kan bewijzen dat de schade niet aan hem te wijten is (bijvoorbeeld als de schade het gevolg is van een brand of overstroming).
Als de huurovereenkomst hierover zwijgt en er geen bewijs van het tegendeel is, wordt de huurder verondersteld het eigendom in goede staat te hebben ontvangen.
De aansprakelijkheid van de huurder hangt af van de oorzaak van de schade: als de schade het gevolg is van verkeerd gebruik, is de huurder aansprakelijk, maar de huurder is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door het verstrijken van de tijd of door onvermijdelijke gebeurtenissen zoals ongevallen of natuurverschijnselen.
Het is aan te raden om in het contract precieze voorwaarden op te nemen over hoe de woning moet worden teruggegeven.
Er bestaat de mogelijkheid om een strafrechtelijke procedure te starten in plaats van een civielrechtelijke procedure vanwege de vertragingen die de nieuwe huisvestingswet met zich meebrengt bij huisuitzettingen.
De rechtbanken beschouwen huisvredebreuk als een strafbaar feit in specifieke gevallen van bewoning: wanneer de bewoning permanent is, de bewoner geen wettelijke titel heeft om de woning te betreden of de eigenaar geen toestemming geeft voor de bewoning.
Om strafrechtelijk vervolgd te worden, moet de eigenaar de bezetting en zijn verzet daartegen bewijzen. Het wordt aanbevolen om de bewoner binnen een redelijke termijn een burofax te sturen met een verzoek tot ontruiming, waarin staat dat hij geen eigendomstitel heeft en dat hij niet instemt met de bezetting.
Als het verzoek of de mededeling van de wil van de verhuurder niet kan worden bewezen, wordt de strafprocedure gesloten. De eigenaar kan ook een klacht indienen bij de rechtbank zonder tussenkomst van een advocaat (hoewel dit wel raadzaam is) en bewijzen dat hij de eigenaar van het eigendom is, dat het onwettig bewoond wordt en dat hij de bewoners gevraagd heeft het eigendom te ontruimen.
Het is fraude!
Er bestaan frauduleuze praktijken om de verplichtingen van de nieuwe wet op de huisvestingsrechten te omzeilen.
Sommige mensen nemen hun toevlucht tot trucjes om huurovereenkomsten voor woonruimte te vermommen onder andere namen. Zelfs als er andere namen worden gebruikt om een contract aan te duiden, zijn de relevante regels van toepassing als de relatie tussen de partijen een huurovereenkomst is.
Dergelijke gevallen van fraude omvatten het verhuren van kamers aan leden van hetzelfde gezin of het ondertekenen van tijdelijke huurovereenkomsten zonder aan de noodzakelijke vereisten te voldoen. Maar deze praktijken zijn niet effectief om een echte huurovereenkomst te verhullen. Als de huurder zijn of haar rechten laat gelden door aan te tonen dat het om een verkapte huurovereenkomst gaat, worden de regels van deze huurovereenkomsten toegepast en kan er zelfs schadevergoeding worden geëist.